Afgelopen zondag was de halve marathon van Gore. Ik had me ( zoals het een echte Nederlandse betaamd) al ene paar maanden van te voren opgegeven. Ik heb me suf getraind, en het mooie weer hielp daar absoluut bij. We hebben echt een waanzinnig mooi najaar gehad, waardoor ik nog lang in mijn korte broek en haltertop kon rennen, zonder de hiite waardoor ik een waterzak mee moest dragen.
Ik heb een training niet genoten. Het stormde enorm en ik had het eerste deel heuvel op tegen wind. Langs de snelweg, onbeschut liep ik ( haha) enorm te balen van het weer. Nadat er twee vrachtwagens mij tegemoet waren gereden en ik bijna in de berm belandde door de slagwind van achter de wagen vandaan, heb ik overwogen om ipv mijn geplande 14km een stuk af te snijden, waardoor ik na 6km mijn gps uit zou kunnen zetten. Het enige wat ervoor zorgde was de gedachte, dat het ook wel eens zou kunnen waaien tijdens de race en dat dit dan een goed training zou kunnen zijn.
Als ik toen had geweten wat me te wachten stond, had ik mezelf even achter mijn oren gekrabt...
In de week voor de race sloeg het weer om en kregen we bui na bui, met overstromingen to gevolg. Op de dag voor de race ging er nog een weerswaarschuwing uit. Er werd veel regen voorspeld met zware windstoten. Niet echt iets om naar uit te kijken.
Toen ik op de ochtend van de race op pad ging heb ik zitten hopen, dat de race geannuleerd zou worden. Dan kon ik lekker mijn bed weer in zonder gezichtsverlies te lijden. Maar toen ik Gore binnen reed en de waarschuwingsborden zag, zakte de moed mij in de schoenen: de race zou doorgaan.
Ik parkeerde mijn auto en met een bedenkelijk hoofd ben ik het gebouw binnen gestapt waar ik mijn racenummer kon ophalen. Met mij zag ik meerdere mensen bedenkelijk kijken. Iedereen keek elkaar aan met een blik van: ga jij?
Om 8:30 waren de mensen aan de start die er lang over dachten te doen . Dat wil zeggen, langer dan 2 uur en 15 minuten. Laat dat nu net mijn streeftijd geweest zijn!
Ons kleine clubje verzamelde zich op de hoek van een straat en nadat de leiding had gezegd: NU! , werd de stopwatch ingedrukt en gingen we op pad. Ja, je leest het goed; een stopwatch voor de hele club. Geen transponder in je schoen of op je racenummer. Ook geen racenummer met je naam erop, gewoon een nummer. Nu waren we maar met een klein clubje; wel 12 mensen !
En van dat kleine, langzame clubje liep ik al snel achteraan. Maar ik wist wat voor wind er stond en had besloten om rustig te beginnen. We liepen in een soort van recht hoek. Wind straks van links, dan een flink eind heuvelop en wind vol tegen, dan een stuk wind van rechts met wat extra heuvels en de laatste paar km heuvelaf en wind mee. Ik besloot me daar maar op te focussen.
We liepen het grootste deel onbeschut door de heuvels en weilanden, waardoor ik schuin tegen de wind in moest leunen om niet om te vallen. En toen na 2 km de eerste bui ( de eerste ja...) olosbasrtte was ik nog niet warm gelopen, waardoor ik het erg koud bleef houden.
Bij het 10 km punt was een water station. Op dat punt had ik al even de wind van rechts gehad en had de horizontale regen zich een weg gebaand in mijn rechteroor ( muziek niet meer te horen), mijn nek ( waterstraaltjes langs mijn nek en rug naar mijn eh.... onderrug) en rechtervoet ( dus soppen in mijn schoenen). Het waterbekertje heb ik met twee handen vastgehouden en ben er achtergekomen, dat met een doof gevoel in je rechterdeel van je gezicht het lastig drinken is.
Ik heb het volgehouden. Maar als Fons was langsgereden op enig punt, was ik zonder twijfel in de auto gesprongen. Met liefde zelfs.
Een paar kilometer voor de finish was het naar beneden, plat en wind in de rug; wat een verademing! Toen ik in de verte de finish in zicht kreeg, keek ik even op mijn app: 20.78 km. Een halve marathon is 21.1 km, dus ik wist dat er ergens iets misgegaan moest zijn. Wat nu? Stoppen bij de finish en dan geen halve marathon lopen volgens mijn app? Of doorrennen en dan wel dat belangrijke getal halen?
De beslissing was snel gemaakt. Terwijl mijn familie mij binnenhaalden en de officials met hun stopwatch mij un de tent bij de finish afklokten, schreeuwde ik naar manlief dat ik nog even 300 meter door ging rennen. In het Nederlands, dus de officials (en toeschouwers) keken even raar optoen ik in volle vaart de finishlijn overging en door bleef rennen a la Forest Gump.
En dat voelt best wel raar, doorrennen na de finish. En dan is 300 meter best nog wel een hele lange afstand.
Maar goed, ik heb het gehaald. En een persoonlijk record gerend.
Het duurde alleen wel dik 2 uur om weer door te warmen.
Sommige daden zijn heldhaftig en stoer te noemen. Andere acties behoren meer in de catagorie onverstandig, ondoordacht of gewoonweg stom.
Deze actie viel absoluut in de laatste categorie.
Maar soms kun je achteraf ( zeg een week ofzo) ook wel trots zijn op stomme acties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten