zaterdag 14 maart 2015

Dunglish

Hoe langer we hier zitten, hoe meer we onze kinderen moeten helpen met hun Nederlands. Dat gebeurt onder meer door na schooltijd en in het weekend iedere 10 minuten het huis rond te schreeuwen: In het Nederlands alsjeblieft!

Het jammere is, dat de kinderen daar een soort van oost-Indische doofheid voor ontwikkelen. Bij anderen horen ze het wel, waardoor ze dat nu naar elkaar gaan roepen. Tenzij ze samen een spelletje spelen. Dan wordt Engels toch de eerste taal en spelen ze gezellig in ht Engels totdat een  van ons weer de Nu-weer-in-het- Nederlands-toeter laten loeien.

De andere manier is tijdens gesprekken aan tafel. De kinderen leren op school nieuwe termen tijdens wiskunde, wetenschap en door het spelen met vriendjes. Aan ons de taak om de woorden te vertalen en het Nederlands woord ervoor aan te reiken in de valse hoop dat ze die daadwerkelijk gaan onthouden en gebruiken.

Omdat de meiden meerdere jaren in NL hebben gewoond gaat het bij hen redelijk. De jongens daarentegen vinden het Engels wel makkelijk en gebruiken dat dan  ook liever. De jongste vertelt zijn schoolavonturen in een rap tempo met de woorden die hem als eerste te binnen schieten. Dat kan in het Engels zijn, maar ook in het Nederlands.  Dan krijg je zinnen als: ik ging heel high jumpen en toen zei de teacher dat dat niet kind ( aardis op zijn Engels)  was om te doen omdat je dan iemand kan hurten.

Voor ons inmiddels een volstrekt logisch verhaal. Ik ben trouwens heel benieuwd wat een maand Nederland met ze gaat doen qua taal.

Wat er ook gebeurt met ons allemaal, is dat er zinnen vanuit het Engels direct vertaald worden, met soms bijzondere zinnen als resultaat. Op mijn werk zit ik in een  Engelse bel. Dat gaat wel redelijk, maar als er dan ineens een Nederlander binnenstapt gaat het fout. Dan krijg je een begroeting als: hoe ben je? In plaats van How are you of hoe gaat het met je. En het erge is, dat ik hoor dat het niet klopt, maar ik eigenlijk niet precies mijn vinger op de fout kan leggen.

Laatst hadden we een opmerking die nu in de top 10 staat hier thuis. Fons had wat hulp nodig van een van de kinderen buiten in de nieuwe hut en vroeg aan een van de kinderen of die zin had om te helpen. Het antwoord luidde: Ja hoor papa, ik heb toch niks aan vanavond.

Na een korte stilte ( deze moest weer even door de vertaalmachine ) barstte iedereen in lachen uit.  Wat in het Engels een volstrekt logische opmering is ( I have nothing on tonight) roept een hele andere associatie op in het Nederlands.


Maar het leuke is, dat ik zeker weet dat wij hier het beste zijn in het spreken van Dunglish, een samenvoeging van Dutch en English. Nu maar hopen dat de mensen in NL ons nog een beetje kunnen volgen als we onze onsamenhangend verhalen vertellen in ene taal die eigenlijk van geen kant klopt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten