dinsdag 31 mei 2016

Auto avonturen

Toen we in Blenheim gingen wonen, moesten we een auto hebben. Nu wordt de keus al vrij bepertk als je een gezin van 6 in een keer wil vervoeren en ald de middelen een beetje beperkt zijn. We kwamen uit op een echte, typische huisartsen auto: de Volvo. Een station wagon, waarvan er in de achterbak een bankje verstopt zat. Die kon je opklappen en gaf zo plek aan twee (kleine) kinderen. Omdat het bankje achterstevoren klapte, keken de kinderen door het achterruit naar buiten. Dan kan je als kind hele leuke dingen doen als er een auto achter je rijdt. ( Maar dat is weer een ander verhaal...).

Maar de volvo is al een beetje een bejaarde dame aan het worden. Met al behoorlijk wat kilometers op de teller en het vele rijden op gravelwegen verjaard ze nog sneller. Dus de weg naar de garage wordt steeds vaker gevonden.

Vorig jaar begon de auto een kloppend, bonkend geluid te maken vanuit de motorkap. Maar de motor zelf klonk nog prima, dus ik had geen haast om een afspraak te maken. toen de auto er eenmaal stond bleek, dat er iets stuk was wat essentieel was voor een veilig vervoer en ik kreeg de auto niet meer mee, totdat het probleem verholpen was.

To kort geleden hetzelfde geluid weer begon door te klinken, stond ze dan ook weer erg snel bij de garage.

Ik zou voor mijn werk de auto van Fons meenemen, totdat we de diagnose ( plus kostenplaatje) hadden gehoord van de garage.

Nu ben ik iemand die erg van opruimen houdt. En hokjes. Niet voor mensen, maar wel voor dingen. Oh ja, en lijstjes. Heerlijk!

Dus toen ik eenmaal op de weg zat en opmerkte dat de klok 10 minuten achter liep, kreeg ik al een beetje jeuk. En die werd en beetje erger toen ik erachter kwam, dat ik geen idee had hoe ik de achterruit wissers aan kon zetten.

Halverwege begon er een oranje lampje te branden. Nu heeft de volvo dat ook regelmatig ( heeft iets met de verlichting te maken, maar volgens de garage kan dat geen kwaad), dus daar schrok ik niet van.

Op mijn werk heb ik ene paar collega's lief aangekeken en die wisten mij te vertellen, dat het aan de motor lag. Of er olie inzat? Uhm.... kweenie?

Motorkap open dan maar. Met zijn vieren (!!) hebben we wel 5 minuten gezocht naar het klepje voor de motorkap. Maar die heeft de Ford niet: met een sleutel achter het embleem maak je de klep een stukje open. Dan niet op zoek gaan naar het dingetje om de klep verder open te maken, want die heeft de Ford ook niet. Door de sleuten de ANDERE kant op te draaen gaat de klep helemaal open ( we zijn inmiddels al een minuut of 10 met vier personen met de auto bezig).

Oliepeil bleek te laag te zijn. Snel sprongen mijn collega en ik in de auto om even nieuwe olie te halen. Omdat het een auto van de praktijk is, wilde ik dezelfde olie als erin zat. Er werd mij verteld, dat ze dat zo in het systeem kunnen opzoeken. Dus vol goed moed stond ik 5 minuten later in de winkel, waar een vriendelijke meneer mij probeerde te helpen. Ja, olie genog. In wat voor auto reed ik? een Ford Focus. Bouwjaar? uhm, nee, ziet u, het is de auto van mijn man.... Aantal kilometers op de teller? Huh? Uhm, doontnoow......
Benzine of diesel (ah, gelukkig, een vraag die ik wel weet!) : Benzine!
De vriendelijke meneer keek me al zeer bedenkelijk aan bij de volgende vraag: of ik het nummerbord wist, want dan kon hij kijken wanneer de laatste service beurt was en wat voor olie erin moest.
Nee, wist ik ook niet.

Ik terug naar mijn collega, waar ik in de auto mijn manager belde. Die was in de schuur en kon even naar buiten lopen om het nummerbord door te geven. Maar hij was er niet, dus hij zou een andere collega bellen ( die nummers staan in mijn werk telefoon, die (zoals de naam het al zegt) op mijn werk lag). Die was er ook niet.
De enige moeglijkheid was om terug te rijden, op zoek naar het nummerbord. We zijn niet eens gestopt, maar zijn langzaam langs de auto gereden en ik heb er snel een foto van gemaakt. Triomfantelijk stond ik een kwartiertje later met de juist olie in mijn hand bij mijn auto, waar als snel mijn collega's mij weer hielpen met het bijvullen.

Maar toen ik de motor startte, brandde dat oranje lampje nog steeds! Een andere collega besloot voor mij uit te rijden naar de garage, zodat ze daar konden kijken wat er mis was en of ik er nog mee naar huis zou kunnen rijden. Na een minuut of 10 bleek, dat het waarschijnlijk om een fout in de sensor lag. Ik kon gewoon veilig naar huis. Snel weer terug naar mijn werk en verder gaan met mijn opgestapelde werkzaamheden. Lunch maar even overslaan voor een dagje dan.

Toen ik Fons belde om verslag te doen zei hij meteen: oh ja, dat lampje! Hoef je niks mee te doen hoor, das gewoon een sensor die stuk is.

Juist ja.

Ik hoop, dat mijn Volvo heel snel klaar is.
Kunnen we weer gewoon doen.

vrijdag 27 mei 2016

Vogelverschrikkerwedstrijd

Er was een vogelverschrikkerwedstrijd in Tapanui. Het idee was simpel: ontwerp en maak een originele vogelverschikker. Alle vogelverschrikkers werden ten toon gespreid door het hele dorp. In alle etalages waren de mooiste creaties te zien, sommige heel kunstig neergezet samen in een groepje. Er waren klassieke vogelverschrikkers, gebreide vogelverschrikkers, moderne vogelverschrikkers, ontdeugende vogelverschrikkers en meer. Om mee te doen moest je geld betalen en je kon stemmen op je favoriete vogelverschrikker door wat geld te doneren ten name van jouw favoriete vogelverschrikker. Alle opbrengsten gingen naar het Kankerfonds.

Natuurlijk waren wij als familie ook van de partij.

Er is geknutseld en gelijmd.

Uiteindelijk heeft ons gezin twee vogelverschrikkers ingezonden. Maar we wisten dat we niets zouden winnen. Waarom? Omdat de organisatoren Fons hadden gevraagd om te jureren. En die zei meteen, dat hij niet een van ons zou kiezen. Dat was natuurlijk voor de kids wel even slikken, maar nadat we ze beloofden dat ze heus wel een vervangende prijs zouden krijgen van ons, was de ellende al snel vergeten.

Tijdens de prijsuitreiking was er een sausage sizzle ( bbq met worstjes op witbrood), een chocolate wheel ( rad van fortuin waar je chocolade kon winnen) en een raffle ( lootjes kopen waar je dan een prijs mee kon winnen).

Het was supergezellig en er waren in totaal bijna 40 inzendingen! Niet gek voor een klein dorp als deze.

Robbie was van de kids, die met de groene pruik was mijn inzending.
Ik ben er trouwens net achter gekomen dat vogelverschrikkerwedstrijd een stuk minder lekker bekt dan scarecrow competition, de kiwi variant. Probeer het maar een paar keer uit te spreken, dan snap je wat ik bedoel.

Stoer of gewoon stom?

Afgelopen zondag was de halve marathon van Gore. Ik had me  ( zoals het een echte Nederlandse betaamd) al ene paar maanden van te voren opgegeven.  Ik heb me suf getraind, en het mooie weer hielp daar absoluut bij. We hebben echt een waanzinnig mooi najaar gehad, waardoor ik nog lang  in mijn korte broek en haltertop kon rennen, zonder de hiite waardoor ik een waterzak mee moest dragen.

Ik heb een training niet genoten. Het stormde enorm en ik had het eerste deel heuvel op tegen wind. Langs de snelweg, onbeschut liep ik ( haha) enorm te balen van het weer. Nadat er twee vrachtwagens mij tegemoet waren gereden en ik bijna in de berm belandde door de slagwind van achter de wagen vandaan, heb ik overwogen om ipv mijn geplande 14km een stuk af te snijden, waardoor ik na 6km mijn gps uit zou kunnen zetten. Het enige wat ervoor zorgde was de gedachte, dat het ook wel eens zou kunnen waaien tijdens de race en dat dit dan een goed training zou kunnen zijn.

Als ik toen had geweten wat me te wachten stond, had ik mezelf even achter mijn oren gekrabt...

In de week voor de race sloeg het weer om en kregen we bui na bui, met overstromingen to gevolg. Op  de dag voor de race ging er nog een weerswaarschuwing uit. Er werd veel regen voorspeld met zware windstoten. Niet echt iets om naar uit te kijken.

Toen ik op de ochtend van de race op pad ging heb ik zitten hopen, dat de race geannuleerd zou worden. Dan kon ik lekker mijn bed weer in zonder gezichtsverlies te lijden. Maar toen ik Gore binnen reed en de waarschuwingsborden zag, zakte de moed mij in de schoenen: de race zou doorgaan.

Ik parkeerde mijn auto en met een bedenkelijk hoofd ben ik het gebouw binnen gestapt waar ik mijn racenummer kon ophalen. Met mij zag ik meerdere mensen bedenkelijk kijken. Iedereen keek elkaar aan met een blik van: ga jij?

Om 8:30 waren de mensen aan de start die er lang over dachten te doen . Dat wil zeggen, langer dan 2 uur en 15 minuten. Laat dat nu net mijn streeftijd geweest zijn!

Ons kleine clubje verzamelde zich op de hoek van een straat en nadat de leiding had gezegd: NU! , werd de stopwatch ingedrukt en gingen we op pad. Ja, je leest het goed; een stopwatch voor de hele club. Geen transponder in je schoen of op je racenummer. Ook geen racenummer met je naam erop, gewoon een nummer. Nu waren we maar met een klein clubje; wel 12 mensen !

En van dat kleine, langzame clubje liep ik al snel achteraan. Maar ik wist wat voor wind er stond en had besloten om rustig te beginnen. We liepen in een soort van recht hoek. Wind straks van links, dan een flink eind heuvelop en wind vol tegen, dan een stuk wind van rechts met wat extra heuvels en de laatste paar km heuvelaf en wind mee. Ik besloot me daar maar op te focussen.

We liepen het grootste deel onbeschut door de heuvels en weilanden, waardoor ik schuin tegen de wind in moest leunen om niet om te vallen. En toen na 2 km de eerste bui ( de eerste ja...) olosbasrtte was ik nog niet warm gelopen, waardoor ik het erg koud bleef houden.

Bij het 10 km punt was een water station. Op dat punt had ik al even de wind van rechts gehad en had de horizontale regen zich een weg gebaand in mijn rechteroor ( muziek niet meer te horen), mijn nek ( waterstraaltjes langs mijn nek en rug naar mijn eh.... onderrug) en rechtervoet ( dus soppen in mijn schoenen). Het waterbekertje heb ik met twee handen vastgehouden en ben er achtergekomen, dat met een doof gevoel in je rechterdeel van je gezicht het lastig drinken is.

Ik heb het volgehouden. Maar als Fons was langsgereden op enig punt, was ik zonder twijfel in de auto gesprongen. Met liefde zelfs.

Een paar kilometer voor de finish was het naar beneden, plat en wind in de rug; wat een verademing! Toen ik in de verte de finish in zicht kreeg, keek ik even op mijn app: 20.78 km. Een halve marathon is 21.1 km, dus ik wist dat er ergens iets misgegaan moest zijn. Wat nu? Stoppen bij de finish en dan geen halve marathon lopen volgens mijn app? Of doorrennen en dan wel dat belangrijke getal halen?

De beslissing was snel gemaakt. Terwijl mijn familie mij binnenhaalden en de officials met hun stopwatch mij un de tent bij de finish afklokten, schreeuwde ik naar manlief dat ik nog even 300 meter door ging rennen. In  het Nederlands, dus de officials (en toeschouwers) keken even raar optoen ik in volle vaart de finishlijn overging en door bleef rennen a la Forest Gump.

En dat voelt best wel raar, doorrennen na de finish. En dan is 300 meter best nog wel een hele lange afstand.

Maar goed, ik heb het gehaald. En een persoonlijk record gerend.

Het duurde alleen wel dik 2 uur om weer door te warmen.

Sommige daden zijn heldhaftig en stoer te noemen. Andere acties behoren meer in de catagorie onverstandig, ondoordacht of gewoonweg stom.

Deze actie viel absoluut in de laatste categorie.

Maar soms kun je achteraf ( zeg een week ofzo) ook wel trots zijn op stomme acties.

woensdag 18 mei 2016

Dribble....

En toen had ik een van mijn eerste echt sessies als Personal Trainer. Ik had er lang over nagedacht en wist precies wat ik wilde gaan doen. Maar toen ik het overzicht van de sessie op het bord wilde schrijven ontekte ik, dat ik een aanval van vertaalangst had.

Wat ik wilde, is iemand een minuutje laten joggen en dan afwisselen met dribbel op de plaats. Maar hoe heet dat dribbel in het Engels? In mijn hoofd was het volstrekt logisch om dat te vertalen naar "to dribble" want a. het klonk erg goed en b. het zag er erg Engels uit, dus dan zou het wel kloppen. Google translate was misschien een betere optie geweest.....

Helaas had mijn klant nog nooit van deze uitleg van dit woord gehoord. Ze moest er nog wel even om lachen en vragen met wat ik bedoelde. Ik lachte mee , maar in mijn hoofd schoot ik in paniek: oh mijn hemel, had ik iets totaal onpasselijks op het bord gezet en was ze gewoon te beleefd om er iets van te zeggen?)

Toen ik thuis kwam en het voorval aan manlief vertelde moest hij heel hard lachen... dribble, dat is kwijlen!
Ik schrok me wild en ben meteen op internet gaan kijken... het zal toch niet.....

Gelukkig betekent to dribble niet ALLEEN maar kwijlen. Het betekent ook dribbelen. En biggelen. En kwijlen.

Juist.

Nou ja, ik kan alleen maar zeggen dat als mensen met mij werken, het in ieder geval niet snel saai zal worden. En wie weet leren mensen nog wat Dunglish onderweg. Kan nooit kwaad toch, een extra taal leren?

Maar als ik nu eens essie voorbereid, zet ik alles thuis alvast in het Engels op papier. Dan kan ik even rustig nadenken wat ik precies wil zeggen in het Engels. Wie weet voorkomt dat later wat genante momenten. Hoewel ik  van mezelf wel durf te zeggen, dat dat inmiddels een van mijn sterke kanten is geworden sinds we hier wonen. Mede dankzij mijn Dunglish heb ik me hier af en toe onsterfelijk gemaakt, dus misschien moet ik het wel gewoon omhelsen en uitdragen naar de buitenwereld.

Of ik knoop er een Nederlandse les aanvast voor mijn NZ klanten. Leren ze gratis een tweede taal!

Binnen!

Jaja, het is nu officieel! Ik mag mezelf een heuse personal trainer noemen!
Na een 7 maanden van leren, studeren en assessments maken is het nu af. Eindelijk.

Het moeilijkste deel van de hele studie was het feit, dat ik een aantal sessies moest doen die gefilmd werden. En daarna zouden ze beoordeeld worden natuurlijk. Maar het feit dat er iemand met een camera op mij gericht stond was echt killing! En ik werd er erg nerveus van. Ik ben er trouwens achter gekomen, dat het vertaalcentrum in mijn hersenen danig wordt verstoord als ik zenuwachtig ben. Dus er werd in die filmpjes veel "Dunglish" gesproken ( een mix van Dutch en English, erg leuk voor iedereen die ene keer wil lachen, niet voor iemand die op van de zenuwen een sessie probeert af te draaien kan ik je zeggen...).

Maar goed, ondanks dat werd ik toch als competent genoeg beschouwd om mijn papiertje te krijgen! En terwijl de eerste advertentie al onderweg was naar de drukker kreeg ik nog een email van de organisatie. Of ik even mezelf wilde registreren, want dat moest tegenwoordig. Natuurlijk wilde ik dat wel doen. Maar zodra ik erachter kwam dat ik een Australische versie van mijn DigiD moest gaan aanmaken, zag ik toch wat problemen aankomen. Inderdaad, zonder geldig Australisch rijbewijs of NZ paspoort kon ik geen DigiD aanmaken. De paniek schoot uit mijn oren. Want ik had dan wel al een email binnen waarin bevestigd werd dat ik heus wel geslaagd was, maar een diploma in handen hebben is toch een stuk echter zeg maar.

Snel een email verstuurd met daarin de uitleg van mijn situatie.  Gelukkig duurde het niet lang voor het verlossende antwoord kwam en een week later lag mijn certificaat in de bus! Whoohoo!

En dit is leuk! Ik vind het leuk om sessies te plannen ( zonder camera erbij dit keer) om er zo voor te zorgen dat mensen hun beoogde doel kunnen halen. Dieet/voedingsadviezen uitschrijven, op internet rondstruinen op zoek naar meer ideeen etc. Helemaal leuk!

Ik ben niet een personal trainer die klanten staat af te blaffen langs de zijlijn. Ik coach en stimuleer wel, en doe sommige onderdelen mee in het kader van gedeelde smart is halve smart. Gelukkig heb ik nu nog niet zoveel klanten, want anders was ik vast wel wat moeier geweest aan het einde van de dag.

Voorlopig ga ik deze hobby/baan met mijn huidige dagbaan combineren. Kijken hoe dat gaat.

En ikzelf?  Marketing! Ik blijf hardlopen in en rond het dorp om te promoten hoe gezond ik wel niet ben. Maar nu de temperaturen beginnen te dalen en er ineens heel veel regen en wind is, is het misschien verstandig om een ander promotieding te gaan doen om mijn naamsbekendheid te vergroten.
Misschien kan ik ook heel veel groene thee drinken in het cafe hier. Natuurlijk wel in mijn sportkleding (liefst met logo), zodat ik er op en top fit uit zie. Of een rondje over de hoofstraat (en via een achteraf weggetje weer snel terug naar huis, das max 2 km ipv de normale 12km), zodat mensen zien dat ik er in weer en wind op uit trek in mijn sportieve kleren en koptelefoon op.
Misschien kan ik ook op faceboek gaan en allemaal actieve selfies erop zetten, om maar te laten zien hoe ontzettend goed ik aan het trainen ben ( moet denk ik wel oefenen met het maken van sportieve selfies. Hoe doe je een sportieve pose en maak daar dan een coole selfie van? Tips welkom!).

Maar de waarheid is, dat ik in dat hondeweer liever thuis ben. In mijn huispak onder een dekentje. Met een kopje chocolademelk met marshmellows erin.

Misschien moet ik de marketing nog even laten zitten tot in de lente......

maandag 9 mei 2016

Leuke traditie?

De herfst is nu een aardig eind op weg. Op 1 juni begint hier officieel de winter, dus dat wordt ook wel wat.
En hoewel we ongelooflijk veel geluk hebben met het weer ( afgelopen weekend nog 20 graden), is het om 18:00 al donker. De blaadjes vallen nu in rap tempo van de bomen en de NZ herfst/winter tradities gaan weer van start.

In NL hebben we de pepernoten, banketstaaf, erwtensoep, boerenkool en marsepein als de dagen korter beginnen te worden.

Hier worden er weer cheeserolls verkocht, die je bij heerlijke (maaltijd)soepen op kunt eten.
Het is de tijd van de roasts, stews, maaltijden uit de slowcooker en natuurlijk het eenden schieten.

Juist.

Afgelopen weekend, het weekend van moederdag, is het zogeheten "duck shooting " seizoen geopend. De mannen trekken zich dan massaal terug in hun maimai ( schuilhut), om van daaruit op wilde eenden te jagen.  Veel moeders zaten dit weekend dan ook alleen thuis met hun kinderen, omdat dit een Belangrijke Traditie is.

Zelfs de supermarkten adverteren met speciale duck shooting specials: aanbiedingen om de opening van het seizoen te vieren. dat doe je natuurlijk met bier, kant-en klare worstjes en chips; allemaal voor in de maimai.

De jagers hebben het liefst wat mistig weer heb ik begrepen. Gelukkig voor mij, als recreant, was het zalig zonnig weer met een klein windje.

Vandaag, maandag was het het gesprek van de dag. Of Fons nog was wezen jagen. Ja, zoonlief had er 36 geschoten. Nee, alles mee naar huis, niets voor moeders meegenomen, hahaha.

En dan heeft mijn Nederlandse ziel het toch wel even zwaar hoor. 36 eendjes afschieten! Waarom dan? Eten die mensen de hele winter eend? Plukken ze de beestjes voor een nieuw kussen?

Mijn dochters kwamen vandaag thuis met nog meer geweldig nieuws.  Morgen is er op school een pluk-wedstrijd.
Kijken wie het snelst zo goed mogelijk een eend kan plukken.
Ik kan je zeggen, dat deze vaardigheid niet zo hoog op mijn verlanglijstje staat om heel eerlijk te zijn.... Ik weet niet of mijn meiden gaan of willen kijken, maar ik ben blij dat ik niet op school hoef te zijn morgen.

Sommige tradities neem ik met liefde over, maar dit is er eentje die ik oversla. Geef mij die cheeserolls met soep maar.