maandag 17 november 2014

UItzicht

Tapanui ligt tussen de heuvels/bergen. De Blue mountains zijn degene hier het dichtst bij. Met een hoogte van 1000 meter nodigt dat wel uit om eens een keer omhoog te gaan en te gaan genieten van een mooi uitzicht. Maar omdat het daarvoor mooi weer moet zijn (anders zit je bovenin tussen de wolken en ik weet uit ervaring, dat als je met je hoofd in de wolken zit, je totaal geen uitzicht hebt), was het er niet van gekomen.

Gisteren ben ik niet lopend, maar op de fiets tot op 600 meter gekomen via een andere weg. Ik heb een officiele vergunning om daar te fietsen. Fietsen liever tussen 10-16 uur, omdat er ook jagers zijn en die jagen vaak voor 10-en en na 4 uur. Tis maar dat je het weet. Nu steun, puf en hijg ik behoorlijk op weg naar boven en ik hoop maar, dat er geen dier hier in de buurt dat geluid ook maakt, zodat ik verward zou kunnen worden met een hert of wild zwijn.


De wegen zijn niet zomaar toegankelijk. Op diverse plekken staan er hekken waar je jezelf en je fiets onderdoor of overheen moet zien te krijgen. Ik wou dat ik kon zeggen dat je daar vanzelf wat behendiger in wordt, maar helaas ziet het er bij mij nog steeds uit alsof ik geen flauw idee heb wat ik met zo'n fiets aan moet.

Het omhoog fietsen duurde een eeuwigheid. En op het hoogste punt stond ik keurig tussen de bomen met nul uitzicht om een foto van te maken. Dus op weg naar beneden heb ik dat even goed gemaakt.
Onderweg begon mijn fiets te protesteren. Maar niet consequent, maar af en toe. En dat vind ik eigenlijk veel enger. Want als mijn fiets aanloopt op het ritme avn mijn wiel of trappers, dan weet ik wat er aan de hand is. Maar als hij het af en toe doet, dan weet ik dat niet en kan het DUS van alles zijn, waardoor er in mijn hoofd ook ineens van alles kan gebeuren. En ik fiets dan toch niet met een gerust gevoel met 40 km/u een heuvel af kan ik je zeggen.

Gelukkig was manlief bereid om mij en mijn fiets op te halen zodra ik de bossen uit was. Nu moet ik vanmiddag op zoek naar een kraakje die er soms wel is en soms niet. En ik weet nu al, dat ik niets kan vinden. Mijn fiets gaat vast weer kraken als ik op een lange tocht ergens in de middel of nowhere zit. Zonder bereik. En als dan opeens iets knapt, weet ik waar het probleem zat. En dat ik iets moet gaan maken. Maar voor nu gaat dat ding toch doen alsof alles koek en ei is.
Ik haat fietsen......

Fiets onder het hek door, ik eroverheen

Hier had ik wel even willen picknicken....
Redelijk hoog, maar veel bomen


Echt mountain biken!

Ik ben met een vriendin gaan mountain biken. Nu heb ik wel een mountainbike, maar meer off road dan een bospad ben ik nog niet geweest. Volgens mijn vriendin zouden we er een half uurtje over doen. Haar man zou ons bovenop de berg afzetten en dan zouden we vrijwel de hele weg down hill hebben. Nu ben ik een grote fan van down hill gaan, dus dt klonk me als muziek in de oren.

Maar echt mountainbiken is toch wel iets anders dan met 60 km/u van een asfaltweg afsuizen zeg! Smalle paadjes met stenen aan weerszijden, op en neer, kronkelige weggetjes. Een route waar techtnische vaardigheden wel een must zijn zeg maar. En daar heb ik er nul van. Dus terwijl mijn vriendin op zeer gracieuze wijze de heuvels afsuisde, stapte ik af van mijn fiets, om stapje voor stapje met de beide remmen ingedrukt mijn levensgevaarlijke tocht naar beneden te wagen.

Ik heb diverse keren het (bijna natuurlijk) in mijn broek gedaan van angst, want dit was toch wel redelijk ver uit mijn comfort zone. Maar na afloop vond ik het toch wel supergaaf om te doen en ik wil dit zeker nog een keertje gaan doen!

Hier even een korte impressie:
uitzicht over Alexandra

Mountainbike park

Dit was het makkelijke deel. Toen het moeilijk werd durfde ik mijn toestel niet meer te pakken....

maandag 10 november 2014

Maori les (Marja)

In de Blue Mountain Express ( het Tapanui suffetjes zeg maar) stond al een tijdje geleden, dat er een basis cursus Maori gegeven zou worden. Tien maandag avonden zou er tussen 7-9 ( 's avonds dus, ik weet het) op de middelbare school hier aan de mensen die het wilden de beginselen van de Maori taal worden bijgebracht.

Dat leek ons wel wat. Maar omdat we niet zo ruim in de oppas zaten, hadden we het plan opgevat, om om de beurt te gaan. De ene week de een, de ander week de ander. We zouden dan thuis de kennis overdragen en elkaar overhoren en huiswerk maken, zodat we binnen no time de kunst van de Moari taal zouden beheersen.

Fons ging de eerste week heen en kwam een beetje overdonderd thuis. Want in twee uur tijd kune je bijzonder veel informatie stoppen. Bovendien was de cursus niet zo basis als wij hadden voorgesteld, want de meeste inwoners krijgen Maori al via school en omgeving mee tijdens hun opvoeding. Het is zelfs een verplicht vak op de middelbare school tegenwoordig.

Fons heeft uitgelegd wat er werd verteld, zo goed en kwaad als het ging. De week erop hadden we Labout Day, een nationale feestdag en we waren zo druk bazig met dat vieren, dat we die hele cursus waren vergeten. Dus toen ik de afgelopen week heen ging omdat het mijn beurt was, liep ik eigenlijk drie weken achter. Want om zo'n constructie als wij hadden bedacht te kunnen laten werken, moet je wel de kennis overdragen en huiswerk maken.  En dat waren nou net twee dingen waar we ons helemaal niet mee bezig hadden gehouden.

Mijn eerste les was erg indrukwekkend, vermoeiend en interessant.  En niet alleen omdat de taal helemaal niet lijkt op een andere taal en je dus nergens aanknopingspunten hebt, maar ook omdat de leraar ontzettend lastig te volgen is.

Het enige stuk waar ik goed mee wegkwam die avond ( huiswerk maken de volgende keer!!) was mijn uitspraak. De klinkers lijken heel erg op die van het NL, dus dat was geen probleem. Wa mijn hersenen dan op een maandagavond weer totaal niet trekken, zodat ik gewoon in het NL tegen mijn docent begon te praten. En dat had ik pas halverwege de zin door....

Ik heb wel geleerd, dat de Maori zichzelf heel uitgebreid voorstellen. Je zegt niet gewoon wie je bent. Nee, dat gaat anders. Je vertelt wat je berg is, wat je rivier is, wat je stam is , wie je ouders zijn,  wie je partner is, wie je kinderen zijn en ten slotte wat je naam is. Je kunt ook de verkort versie doen, dan laat je je kinderen weg.
Als ik mezelf voorstel in het Maori ziet dat er als volgt uit:
Ko M. toku mama ( M. is mijn mama)
Ko P. toku papa (P. is mijn papa)
Ko Fons toku hoa tane ( Fons is mijn man)
Ko Marja toku ingoa ( ik ben Marja)
No Alkmaar Ahau ( alkmaar is mijn plaats)
Engari kei Tapanui e noho ana inaianei ( iets met ik woon in Tapanui of zoiets)
No reira
Tena koutou, tena koutou, tena koutou katoa (gegroet, gegroet, gegroet allemaal)

De reden dat je drie keer gegroet zegt, is om iedereen persoonlijk te groeten. Volgens de cultuur mag je namelijk pas spreken als de ander je " gezien" heeft en daarmee je aanwezigheid erkend heeft.

Fons zijn ouders zijn nu hier en hebben aangeboden om op te passen, zodat we vanavond samen heen kunnen. Maar omdat we allebei ons huiswerk niet hebben gemaakt, zijn we nu druk op zoek naar redenen om onder deze les uit te komen. Alle herinneringen van de middelbare school komen weer naar boven. Voor Fons dan he, want ik maakte al-tijd mijn huiswerk. Echt. Nooit een smoes hoeven bedenken in mijn hele leven. Niet een keer. Alles was op tijd af. Echt waar.
Toch jammer dat we geen hond hebben of een schildpad die een papier verslaving heeft ofzo. Want ik voel me toch wel een beetje alsof ik een onverwacht schriftelijke overhoring ga krijgen en ik echt totaal niet heb geleerd. In theorie natuurlijk he, want ik zou niet weten hoe dat zou voelen. Zo'n knijpend gevoel in je borst, een snelle ademhaling, de zenuwen in je buik, klamme handen,  vreselijk. In theorie dan he....

Maar ik heb nog 4 en een half uur, dus dat moet lukken. Maar dan moeten de kinderen nog van school, avond eten maken, afternoon tea eten, aandacht aan de kinderen schenken, helpen met hun huiswerk ( pfffft, het draait ook altijd om dezelfde hier in huis...).... eh...... ik denk dat ik een acute griep voel aankomen, uche, uche.....

zondag 9 november 2014

Werk aan de winkel (Marja)

Ik werk als oproepkracht in de praktijk hier in Tapanui. Mijn werk is receptioniste, wat betekent dat ik afspraken maak, de telefoon opneem en de post regel. Als de dokter mensen doorverwijst is het aan de receptioniste om de doorverwijzingen te regelen en eigenlijk alle klusjes doet die anders blijven liggen.

Afgelopen week was de eerste dag in het nieuwe gebouw. Een beetje zenuwachtig ging ik op pas, want ik oefen eigenlijk heel graag een nieuwe situatie een paar keer.
Ik kwam redelijk makkelijk binnen, maar hoe zat het ook al weer met de ultra moderne schuifdeuren? Na was oefenen ( wat goed dat ik vroeg was!) was dan alles toch klaar voor de eerste patienten.

En na wat vloeken, tieren, paaien, en wat rondvragen had ik het faxapparaat ook onder de knie. Alle recepten voor medicijnen worden namelijk naar de apotheek in Gore gestuurd. Daar worden de medicijnen klaar gemaakt en dan met de bezorgdienst naar Tapanui gebracht. Als je je recept na half drie krijgt, moet je een dag wachten.

Nu kan dat heel lastig zijn als je bijvoorbeeld antibiotica nodig hebt. Gelukkig heeft de praktijk een kleine voorraad met pillen voor acute situaties.

Doorverwijzen gebeurd via de fax, email en op de gewone papieren manier. En dan begint het grote wachten. Want voor een eerste consult moeten mensen soms wel meer dan een jaar wachten. En dat is lang, als je een nieuwe heup nodig hebt of last hebt van staar!


Maar goed, mijn volgende uitdaging was de telefoon. Want we hebben een ontzettend mooi en modern apparaat dat van alles kan, maar doorverbinden is dan weer heel anders. Ik ben dan ook blij, dat er verpleegkundigen rondlopen die ook wel ongeveer weten hoe alles in zijn werk gaat. Gelukkig was het niet druk en nu weet ik hoe ik de voicemail moet afluisteren, doorverbinden met en zonder aankondiging, ik kan de taal instellen ( niet gedaan, maar was er niet ver vanaf om de telefoon in het NL te programmeren) en meer , veel meer.

Er is ook een heel software systeem dat je kunt gebruiken; het heet Buddy. En hoewel ik daar graag mijn tanden in had gezet bleek, dat ik niet geautoriseerd was om dat te kunnen openen en gebruiken. Dus ik ben nu als enige in het bedrijf buddy-loos en dat voelt toch stieken wel een beetje eenzaam.


Om 5 uur ( pm dus, ik zit in de NZ tijd) zat mijn werktijd erop en kon ik naar huis. En eerlijk is eerlijk: ik heb een heerlijke dag gehad. Het werken in een optimaal geisoleerde omgeving is ontzettend prettig. Het grote nadeel is dan wel weer, dat zodra ik thuis kom mezelf realisser, hoe koud het is bij ons in huis. Alle leuke kleren gaan uit, de wollen broel komt uit de kast en met een extra dik (buiten)vest  houd ik mezelf warm tijdens koudere dagen.
Hopelijk horen we binnenkort wat van de trust, zodat we weten waar we aan toe zijn.

Nu wacht ik weer vol verlangen af of er een receptioniste ziek wordt of op vakantie gaat, zodat ik mijn leuke kleren weer aan kan naar mijn werk. Misschien kan ik het lot een handje helpen en wat laxeermiddel in zelfgebakken lekkernijen doen. Of misschien een subtiel duwtje in de rug op een van te voren strategisch uitgekozen plaats.
En natuurlijk kom ik op ziekenbezoek met fruit en zelfgebakken koekjes om mijn betrokkenheid te tonen. Ik bedoel, ik neem heus wel verantwoordelijkheid voor mijn daden.....